Opweg naar de Heilige Graal
- door alexandra kuik praktijk@horushealing.nl
- •
- 11 mrt, 2019
- •
DE KATHAARSE MYSTERIËN,Ofwel: opweg naar de heilige Graal
Ik nodig u uit met mij op reis te gaan door de Kathaarse Mysteriën.
Voordat we het hebben over de inwijdingsweg der Katharen moet eerst duidelijk worden wie de katharen waren. Het ene boek na het andere lezend werd mij duidelijk dat er ontzettend veel te vertellen valt over het Katharenvolk . Helaas moet ik mij beperken en zal ik iets vertellen over de oorsprong en religieuze achtergrond van de katharen om u vervolgens deelgenoot te maken van de Kathaarse mysteriën ofwel de Kathaarse inwijdingsschool.
Een stukje geschiedenis….
De Katharen waren gnostici die rond het jaar 1000 opkwamen en zich later verspreidden vooral over Zuid- Frankrijk en Noord Italië.Heel belangrijk: zij kenden geen dogma’s! Onder de Katharen heerste een strenge, ascetische levensopvatting en zij noemden zich “Amis de Dieu”. Hun levensvisie was gebaseerd op twee principes, twee scheppingen: de goede geestelijke en de slechte stoffelijke schepping.
De menselijke ziel is van oorsprong goed en goddelijk maar is dat in de loop der tijden vergeten: wij dienen weer verbinding te leggen onze oorspronkelijke godsvonk, aldus de Katharen.
Het voornaamste sacrament was de doop des geestes die de ware doop van de Christus was wat het “consolamentum”genoemd werd. Consolamentum, synoniem aan het woord vertroosting, bestond in de oude broederschap uit twee vormen: het consolamentum voor de stervenden, dat troost en rust schonk; en het consolamentum voor de levend-gestorvenen, de ingewijden.
Mannen en vrouwen waren volkomen gelijk aan elkaar.
De rooms-katholieke kerk heeft letterlijk getracht deze geestesstroming uit te roeien d.m.v. de inquisitie, u wel bekend waarschijnlijk.
Mogelijk kunnen we ons laten inspireren door het erfgoed der Katharen dat zich onderscheidde van de Rooms-Katholieke kerk die destijds zwolg in welvaart en wereldse macht.
Deze beweging kan ons mogelijk de ogen openen voor datgene wat zeker toen in de Romeinse kerk ontbrak namelijk: kennis van het hart, mededogen, medemenselijkheid, naastenliefde, eenvoud en schoonheid.
Wellicht kunnen we vandaag de dag inspiratie putten uit de levens van deze Parfaits, les Bonshommes en Bonsfemmes, deze eenvoudigen waarvan er vele tienduizenden op de brandstapel stierven. Mogelijk kunnen we leren kijken naar deze wegbereiders die een praktisch christendom beleden.
De wijsheid van de gnosis is als een vloeiende stroom, die door Egypte, India, het oude Griekenland stroomt om via Pythagoras, Plato, Jezus en de Saraceense gnosis ten slotte uit te komen in Europa bij de katharen, de rozenkruisers en de tempelieren.
Steeds is hier dezelfde gedachte werkzaam die men telkens terugvindt en die door verschillende symbolen wordt uitgedrukt. Er waren Joodse gnostici en Grieks-Syrische gnostici. Met welke van deze twee zijn de Katharen der Pyreneeën verbonden? Ze hadden een afschuw van alles wat Hebreeuws was. Ze verwierpen de Hebreeuwse Jehova, de Jezus van Galilea, de Judese Evangeliën en hielden zich verre van alles wat aan Johannes nog Israëlitisch was.
Hun christendom was een gnosis, een innerlijk weten, een prediking en geen offering. Hun leidraad was het onderrichtende Woord en niet de lijdende God-Mens. In diepste wezen verwierp het katharisme het kruis. De Katharen waren Grieks-Oosters georiënteerd en zij waren verwant aan Montanus, aan Marcion, de eerste katharen van 104-199 n. Chr., aan Novatius en aan Novatianus, de kathaarse paus. Je zou kunnen zeggen dat zij ultra-christenen waren.
Ene Gregorius van Naziane, een bisschop uit de 4e eeuw, zei: “Matheus heeft geschreven voor de Hebreeën, Markus voor de Romeinen, Lukas voor de Hellenen en Johannes voor alle volkeren van het universum.”
Uit deze woorden kan men afleiden hoe hoog het evangelie van Johannes gewaardeerd werd en in ere gehouden. Maar Gregorius van Naziane drukte zich uit als een Aziatische –Griek die Johannes als schutspatroon erkende en als apostel van het Oosten, wiens aartsbisschoppelijke basiliek gewijd was aan de Hagia Sophia ( godin wijsheid). ( dat laatste zien we tegenwoordig ook terug in de boeken van Dan Brown en bij de Tempelieren). De katharen deelden niet alleen deze ideeën van Gregorius van Naziane, zij gingen daar nog eens een stap verder in zelfs. Het evangelie van Johannes stond aan het begin van hun geschiedenis en de Apokalyps van Patmos ( ontsluiering, 200 bC- 150 nC.) was hun epos. Door de apostel Johannes, de vriend van de Zaligmaker, en door zijn evangelie waren de katharen niet slechts puur van evangelisch geslacht maar ook van zuiver orthodoxe origine . En toch maakten zij zich los van deze orthodoxie door een grootse spiritualiteit en door hun hartstochtelijk verlangen naar het bereiken van het christelijke ideaal.. Niet tevreden met het bezit van het geestelijke evangelie interpreteerden zij het in hoogst mystieke zin. Zij waren niet slechts mystiek maar bovenal gnostiek.
Tot zover de geloofsachtergronden van de katharen.
De gruwelijkheden van de katharenvervolging laat ik voor wat ze zijn, naast dat het een bloederig verhaal zou worden zou dit bouwstuk dan te lang worden. Maar dat de inquisitie het zuivere en vredelievende katharenvolk de meest vreselijke gruwelijkheden aangedaan heeft is helaas een realiteit.
De Kathaarse Inwijdingsweg
In het Pyrenese Katharenland, om precies te zijn in de buurten van Tarascon sur Ariege, Sabarthez en Ussat-Ornolac bevinden zich vele grotten. Sommige van deze grotten dienden de priesters der Katharen, die Purs (reinen), Parfaits (volmaakten) of Bonshommes ( goede mensen) werden genoemd, tot plaatsen van inwijding. Een inwijding die lang, streng en hard was. Zij bewoonden vooral de ondergrondse spelonken, die hun een veilge plaats boden en waar zij in rust en stilte de almachtige scheppende essentie konden ontmoeten.
((Soms versterkten zij deze spelonken en maakten er ware vestingen van die men spoulgas noemde, afgeleid van het Latijnse woord spelunca, of versterkte grot.))
De grotten van Ussat, Ornolac en Bouan, tezamen en met de daar tussenin gelegen grot Heremiet, werden de Eglises van Ussat, Ornolac ( of Bethlehem) en Bouan genoemd, ook wel aangeduid als Les Trois Eglises, de Drie Kerken.
Aan het eind van hun inwijding gingen de Bonshommes uit van Bethlehem, de Kerk van Ornolac, om heinde en verre hun “goede woord”uit te dragen. De Trois Eglises liggen plusminus drie Km van Tarascon, de oude hoofdstad van de Tarusken, waar Maria Magdalena haar toevluchtsoord kende.
Er bestonden voor de inwijdingen dus drie grotten/kerken. De eerste werd genoemd Eglise van Ussat, de tweede De Heremiet en de derde, tot slot werd Bethlehem genoemd.
De broeders waren allen gekleed met aan de voeten open sandalen en droegen een zwart linnen kiel met een wit wollen gordel. De inwijdingsgrotten bestonden uit grote zalen en gewelven, trappen, slaapvertrekken, keukens, en een kapel. De kapel was een natuurlijk gevormde ruimte die voor haar bestemming was ingericht. Rechts bevond zich een waterbekken waarin langs een groep stalactieten gewijd water sijpelde.
Daartegenover bevond zich een rotsholte, afgedekt met wit linnen. Waarachter zich de een belangrijke kelk, de Heilige Graal bevond. Tussen het reinigingsbekken en de afgedekte rotsholte in, bevond zich een brede, platte steen van zo’n 80 cm hoog, een altaar. Daarover hing een kleed van wit linnen. Op dat altaar lag de Bijbel opengeslagen op het Evangelie van Johannes. De zalen werden verlicht met pitten die brandden in notenolie. Alles werd door de broeders zelf vervaardigd: de olie werd verkregen door noten te pletten, er werd van vlas linnen kleding en doeken gemaakt, het aardewerk werd zelf gebakken en ook het brood werd dagelijks vers gebakken van koren dat door de leerlingen tot meel gemaakt werd. De dagelijkse kost van de Katharenbroeders bestond uit zelfgebakken brood, fruit en een dikke groentesoep. Een sober maal, bovendien aten zij geen vlees en nauwelijks zuivel of eieren.
De slaapplaatsen van de Kathaarse broeders waren eenvoudig: persoonlijke vertrekken waar takken en bladeren een bed vormden en een steen die diende als zitplaats. Een eenvoudige stenen olielamp en in de rotswand een puntige stok die als kapstok diende.
In de grotten heerste diepe stilte.
altaar
Inwijding als Leerling in de grot Eglise van Ussat (1e graad)
Wanneer men als leerling binnenkwam, passeerde men de symbolische muur. Deze muur, eenmaal gepasseerd kon men niet nogmaals passeren wilde men een volmaakte discipel worden. Er werd tegen de nieuwe leerling gezegd:” Aan de kant vanwaar ge gekomen bent, is de wereld van de stof, waarvan ge nog deel uitmaakt; aan de andere zijde is de wereld van de geest, die ge nog niet kent. Die wereld, is een wereld waarin gedurende vier jaar hard gewerkt moet worden, een wereld van studie, gebeden en vasten; zij houdt onze zonen besloten in de afzondering en de diepe stilte onzer geliefde grotten, want de eindoverwinning van de mystieke poort moet verdiend worden. Denk nog een keer na en kies dan…”
De nieuwe leerling, Jeune genoemd, werd begeleidt door een oudere broeder genaamd Ancien.
Van de Jeunes, of leerlingen werd gedurende de eerste maanden gevraagd dat zij de sfeer van de gemeenschap in zich op wilden nemen en zich op de hoogte stelden van de gebruiken bij het werk, de bezigheden en de gebeden. Vooral ook dat zij zich ophieven tot dit nieuwe leven dat zo verschilde van het wereldse leven.
Het is bekend dat de nieuwelingen, netals bij ons in het leerlingsrituaal, geen metalen bij zich droegen. Bovendien kozen nieuwelingen in volledige vrijheid, deze zware weg naar de heilge Graal.
De katharen kenden een broederkring waarin men elkaar de vredeskus doorgaf.
De Katharen kenden vier jaarfeesten. Dit zijn het kerstfeest ( Nadal), waarmee het feest der geboorte , de openbaarwording van Christus, werd gevierd; het Paasfeest ( Pascor) ofwel het passiefeest zonder lijden, van de Christus; Pinksteren ( Pentecosta), het feest van de wederopstanding zonder verblijf in het graf; En tot slot het Manisola in de herfst, het feest van de Parakleet, afkomstig van Montanus , wat Heilige Geest betekent.
Drie van deze feesten werden voorafgegaan door een vastenperiode van veertig dagen . Wat dus neerkomt op 120 dagen per jaar.
Eenderde van het jaar vastte men dus, dat zou in onze huidige tijd een heel mooie oplossing zijn voor gezondheidsproblemen en een verbetering van het milieu en de economie.
In de eerste periode kreeg de Jeune onderricht, lessen en besprekingen die gelijkmatig steeds talrijker en belangwekkender werden. Na iedere bespreking kreeg de leerling voldoende tijd om de ontvangen stof te verwerken. Op zonnige dagen nam de Meester de Novicen mee op de hellingen van de berg en leerde hen de planten kennen en de wilde dieren en, ’s avonds de beweging der sterren.
De leerling moest een voortdurende reiniging nastreven door armoede, vasten en kuisheid. De reine Kathaar had geen bezit. Naastenliefde en gastvrijheid waren voor hem vanzelfsprekend.
Wanneer aan zijn “abstinentia” (=tweejarige proeftijd waarvan moest blijken dat de novice in staat was verder te gaan op het pad van inwijding) een einde was gekomen, en hij ernaar verlangde verder voortgang te kunnen maken op de weg naar de heilige Graal ging hij door naar het tweede deel van zijn inwijding, in de grot ((Eglises van Ornolac)) Heremiet genaamd.
De abstinentia, de proeftijd, zogezegd, omvatte de tijd van het endura en onderricht in het leven der Parfaits en gaf hem de achting van alle broeders.
De probatio, met de drie verplichte vasten, bracht de Novice vriendschap van de broeders.
Traditio tenslotte, de kennis van de geloofsleer en het gebed verzekerde hem van een goede naam bij de heilige mannen.
Tweede deel: Eglise van Ornolac: de Heremiet(2e graad)
Op de rechterkant van deze grot waren een aantal tekens in dunne lijnen met houtskool aangebracht.Tijdens het verblijf in de Heremiet lag het accent meer op intellectueel werk dan de handenarbeid van de voorgaande periode, de abstinentia.
Ook hier vind men weer een waterbekken genaamd Fount Santa. Er wordt hier onderricht gegegeven door verschillende Meesters, waaronder de studie van de Heilige Schrift.
Tijdens dit gedeelte van de inwijdingsweg of Pad naar de heilige Graal wordt duidelijk dat godsdienst is: het dienen van de geest; het hemelse brood maakt het leven in de geest mogelijk; en de kracht van de doop en de daardoor veroorzaakte geestelijke aanraking zijn hemelse genadegaven, een aankondiging van de Heilige Geest, Parakleet genoemd bij de Katharen, om de openbaring te voltooien.
Hier beginnen de inzichten langzamerhand te rijpen en te groeien. Er werd lesgegeven over de weg van Jezus, die bij het gewone volk niet bekend was, namelijk het verblijf bij de Essenen, waar Jezus enige jaren heeft doorgebracht.
De inwijdeling kwam hier tot vergelijkingen met het leven van de Parfaits.
De Essenen bestudeerden de krachten en werking van planten en mineralen; sommige van hen bezaten de gave der profetie. De belangrijkste grotten waar de Essenen hun inwijdingen kregen waren de grot van En-Gedi in Palestina, aan de oever van de Dode Zee en vooral die van Egypte, aan de oevers van het Moerismeer. De Essenen kenden vier graden van inwijding. Heiliging van het bewustzijn, individuele vrijheid, reiniging door ingetogen leven, het strikt nakomen van de ordeverplichtingen en het bewaren van de ordegeheimen behoorde tot de plichten van de inwijdeling.
Ook hier, bij de Essenen was al sprake van een heilige beker, die zorgvuldig bewaard werd … wellicht ligt hier al de oorsprong van de Heilige Graal waarover tegenwoordig zoveel gesproken wordt.
De beker was het symbool van de hoogste inwijding. Tot zover dit zijstapje naar de Essenen, nu weer over naar de Katharen.
Tijdens het tweede gedeelte van het inwijdingspad wordt de leerling meegenomen naar de zaal Grand- Pere, waar hem het Pentakel getoond wordt, het Pentakel ofwel Pentagram of vijfpuntige ster.(plaatje)
Het onderricht bestaat uit onder meer het apostolische geheimschrift met de geheime monogrammen, diagrammen, trigrammen en initialen; talrijke symbolen uit de eerste eeuwen en initialen van voor de christelijke jaartelling.
Ook kreeg men les over de visioenen van Rama, Krishna, Hermes en het Egyptisch Dodenboek, het visioen van Mozes op de top van de Sinai,
Het visioen van Orpheus, hogepriester ((van de tempel van de berg Kaoukaion)), Pythagoras met de inwijdingen, de sleutel tot de kosmos, Plato met o.a. de Eleusische mysteriën en tot slot Jezus.
Door alle lessen, onderricht en overpeinzingen, retraite en inkeer en kennis van de vlammende vijfpuntige ster kon men stellen dat er een bepaalde mate van transformatie werd bereikt.
Alvorens de leerling verder gaat naar het derde gedeelte van zijn pad vindt er ter afsluiting van de tweede graad een reiniging plaats met het water uit de heilige bron Fount Santa welke driemaal uit een kelk over het hoofd wordt gegoten. De heilige reiniging, door handoplegging op het hoofd en een retraite van veertig dagen werd afgesloten door “de dood der materie in het graf”. Hierna volgt een verblijf in de grot Bethlehem, de mystieke poort die de leerling leidt tot een ingewijde ofwel een Pur, een Parfait.
Het retraite oord, ter afronding van de tweede graad, is eveneens in een grot; Acacia genaamd. Daar zal symbolisch de leerling als een rups bezig zijn een pop te worden. Het is hier waar de inwijdeling in stilte en alleen de duif aanschouwt, de duif die tot hem komt als de Heilige Geest, de Parakleet.
Hierna wordt de retraite afgesloten in de grot Kepler, op het pad naar de grot Bethlehem, waar men vier dagen verblijft, evenals Lazarus, in de Bijbel en waar het mysterie van de dood, van de reformatie (= hervorming) en de transformatie plaatsvindt. Het is als het ware een graf, deze grot Kepler, net groot genoeg om zich te kunnen bewegen en op te richten.
Het doel is niet om werkelijk te sterven en om zijn stoffelijke lichaam terug te geven aan de stof maar, om het stellen van het zielelichaam boven het stoffelijke lichaam, een onmiskenbare hervorming.
Het lichaam is dan de drager van de hem leidende geest.
Het is uiteindelijk de transformatie van geestmens tot lichtziel.
Op weg naar de voltooiing in de grot Bethlehem(3e graad):
De bijna Parfait wordt naar de grot Bethlehem geleidt. Binnen is een soort van ereboog te onderscheiden welke de Mystieke Poort genoemd wordt. Vervolgens komt men in de kapel terecht. Daar begrijpt de inwijdeling dat hij in de tempel van de allerhoogste gekomen is, de heilige plaats waar hij zijn inwijding zal ontvangen. Het is waar hij het Consolamentum zal ontvangen. In de kapel is een speciale deur, die gesloten is en waardoor slechts gelovigen naar binnen mogen, voorafgaand door het hoofd van de orde.
In het midden van de kapel ligt een granieten blok, het altaar. Het is bedekt met wit linnen, en daarop de Bijbel. Verder valt op dat er in de rots een pentakel is uitgehouwen met op- en afgaande treden.
De kapel van Bethlehem is feestelijk verlicht met fakkels en olielampen. Het pentakel is omgeven door licht, een waarlijk ster der wijzen.
Boven dit altaar bewaart een witlinnen sluier nog een geheimenis.
Om het altaar staan de dienstleider en links en rechts naast hem twee helpers. De toekomstige Parfait knielt voor het altaar. Heilige teksten worden gesproken als: “Waar twee of drie in mijn naam tezamen zijn, daar ben ik in hun midden.”
En nog meer teksten volgen, waaronder Een stuk van de brieven van Paulus aan o.a. aan de Korintiërs, Timotheus en de Hebreeën.
Daarna wordt aan de kandidaat gezegd:
“Voorts behoord ge in uw hart voor te nemen het heilige gebed uw hele leven in reinheid en waarachtigheid te bewaren, zoals dit altijd het geval is geweest in de Kerk van God, samen met alle andere deugden die God u zal schenken”.
Het Onze Vader wordt vervolgens gebeden, volgens de Kathaarse wijze, die nogal verschild van de huidige Christelijke (zie boek evt.)
Dan wordt volgens het rituaal overgegaan tot de doop des Heiligen Geestes. Er wordt hierbij gesproken tot de inwijdeling:
“Ge wilt de geestelijke doop ontvangen, die, in de Kerk van God, door de handoplegging der Bonshommes,
de Heilige Geest met het Onze Vader schenkt. Indien ge de macht wilt ontvangen alle wonderen te verrichten die Jezus Christus, en, in zijn opdracht, zijn discipelen hebben volbracht, moet ge alle geboden van de Christus en van het Nieuwe Testament naar uw beste vermogen nakomen”.
Dan volgen een aantal Bijbelse teksten.
De kandidaat krijgt de vergeving der zonden en spreekt de formule van het laatste offer zacht uit.
Allen knielen nu, de dienstleider en zijn helpers en de
Ancien, die de leerling vanaf het begin begeleidde en mede-onderrichtte knielt achter de kandidaat en de Bonshommes leggen hun handen op zijn hoofd, terwijl de gewijde formule wordt uitgesproken.
Dan volgt er een gebed en lezing van de eerste zeventien verzen van het Evangelie van Johannes. De kandidaat buigt het hoofd en de dienstleider spreekt tot hem:
“ Het ogenblik waarop ge waarlijk Mens wordt, breekt aan. U zal de bijzondere eer ten deel vallen onder het licht van de vlammende ster van alle stof te worden vrijgemaakt. Zie de lichtende penthalpha, de goddelijke ster der magiërs: zij is voor u het symbool van de dood, van het einde. Sterf dan voor Christus. Maar de goddelijke Meester heeft ook gezegd: “ Ik ben de Alpha.”Hij zal u op de weg der sterren leiden. En ge zult tot ons wederkeren als een reine, een Parfait, want ge zult uw nieuwe leven in de geest zijn binnengegaan.
Uw einde in de stof is uw begin in het leven van de geest”.
Alle broeders knielen en de kandidaat neemt nu plaats via de inkepingen die in de rots zijn uitgehouwen in het Pentakel, de vijfpuntige ster. (plaatje).
Het hoofd van de Orde staat dan op en na het langdurig reinigen van de handen licht hij de witte bekleding op waardoor er een ruw tabernakel in de muur zichtbaar wordt.Plots ziet de kandidaat een krachtig licht uitgaan van de handen van het Ordehoofd. De kapel is vervolgens gebaad in licht en het Ordehoofd houdt een heilig voorwerp voor uit het tabernakel: De beker, de gouden kelk, de Heilige Graal!
Na het terugplaatsen van de heilige relikwie treedt het Ordehoofd op de kandidaat toe en en hij laat hem de lichtende Pentalpha overschrijden om vervolgens de drie treden van de Weg der Sterren te bestijgen en tenslotte de zes treden van de mystieke ladder af te dalen, die hem naar zijn nieuwe leven hebben gevoerd, de wedergeboorte.
Tot slot vindt er nog een heilig sacrament plaats: de voetwassing.Omdat de voeten onrein zijn door het betreden van de trap. Vervolgens wordt de Parfait gekleed in gewijde kleding, zoals in het begin omschreven, met de sandalen en een witte gordel.
De nieuwe Parfait wordt door alle broeders omhelsd, het eerst door het Ordehoofd. Hij schenkt de vredeskus en deze wordt door de broeders doorgegeven in de broederkring.
Daarna is er een feest en wordt de eerdergenoemde, speciale deur geopend: men begeeft zich naar de buitenkant van de ((spoulga versterkte)) grot. De Parfait is door de mystieke poort gegaan.Hij is door de symbolische muur binnengetreden, vier jaar geleden en nu door de mystieke poort naar buiten. Dat was de Alpha en dit is de Omega. Dit is het einde van de terugtrekking uit de wereld maar een nieuw begin, langs de weg der Katharen over de uitlopers van de berg Thabor , naar Montsegur, in Occitanie, maar dat is weer een ander verhaal……..
ik dank u allen hartelijk voor uw aandacht,
Alexandra Kuik 2010
Praktijk@horushealing.nl
Bronnen:
Diverse artikelen en boeken van o.a. Marcel Messing, Bram Moerland en Antonin Gadal, historische romans als “Het geheim van Montsegur” (Sophie Burnham) etc.